Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [29]Assur zal vallen door het zwaard, niet eens mans, en het zwaard, [30]niet eens mensen, zal hem verteren; en hij zal [31]voor het zwaard vlieden, en zijn jongelingen [32]zullen versmelten. 29. Dat is, de Assyriers. 30. Maar door het zwaard van den engel; zie 2 Kon.19:35. 31. Te weten voor het zwaard van den engel. Hebreeuws, voor het aangezicht des zwaards. 32. Hebreeuws, zullen tot smelting zijn; dat is, het hart in het lijf zal hun beven en versmelten van angst en vrees. 33. Eenigen vertalen vs.8 aldus: Dan zal Assur door het zwaard vallen niet een machtigen mans, en het zwaard niet eens gemenen mans zal hen verteren; maar hij zal voor het zwaard, [dat is, van vrees voor het zwaard] vluchten, en zijne jongelingen zullen op schatting gebracht worden.